Vingersporen: al een eeuw gebruikt de politie ze om boeven te betrappen. Gek genoeg ontbrak al die tijd wetenschappelijk bewijs over de methode. Het NFI wil dat veranderen.
Vingersporen als bewijs, we geloven er in zoals mensen vroeger geloofden dat aderlatingen door bloedzuigers een succesvolle remedie tegen ziektes waren.” Het zijn harde woorden van David Faigman, vooraanstaand hoogleraar bewijs in strafzaken van het Hastings College of Law van de University of California. Hij sprak de vergelijking zeven jaar geleden uit in The New Yorker, dat een groot artikel wijdde aan de wetenschappelijke bewijswaarde van vingerafdrukken.
Hoe groot die was? Nul. Hoewel het opsporingsmiddel al meer dan honderd jaar met succes wordt ingezet, is er nooit degelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werking ervan. En dat is nog steeds zo, laat Faigman per mail weten. „Schrijft u dat maar op.”
Faigman krijgt uit academische kring steun voor zijn stelling. In een begin dit jaar verschenen rapport van de Amerikaanse National Academy of Science (NAS) over forensische opsporing wordt opnieuw felle kritiek geleverd op politie en justitie, omdat er nog steeds groot gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing is voor de praktijk. Lees hier de samenvatting.
Modderfiguur
Organisch chemicus Marcel de Puit van het NFI viel af en toe van zijn stoel toen hij zich een paar jaar geleden begon te verdiepen in de literatuur over het zichtbaar maken van vingersporen. „Er stonden allerlei fouten in. Eigenlijk is het zo dat we nu naar de rechter gaan en zeggen: die detectiemethode werkt, omdat het werkt, maar hóe het werkt weten we eigenlijk niet zo goed. Je slaat zo wel een beetje een modderfiguur in de rechtbank. Ook de wetenschappelijke onderbouwing van de identificatie laat nogal te wensen over.”
Terwijl de Nederlandse overheid druk bezig was om Europese wetgeving zo aan te passen dat de komende jaren al onze vingerafdrukken in een centrale database worden opgenomen, ontbrak het wetenschappelijk bewijs dat een vingerafdruk wel echt uniek is.
Om er achter te komen of dat zo is, zijn onderzoekers bij het NFI al een paar jaar bezig met ’reversed engineering’. „We stellen dat een vingerafdruk uniek is op basis van één aanname en één empirisch onderzocht gegeven: een vingerafdruk verandert gedurende je leven niet. Maar om te bepalen hoe uniek een afdruk is, zou je alle afdrukken van alle mensen op aarde met elkaar moeten vergelijken. Wat belangrijker is, is of een x spoor terug te brengen is tot de donor, en met welke mate van zekerheid.”
Maar of alle vingerafdrukken verschillend zijn? We weten het niet. In 1998 werd bij een inbraak een vingerspoor gevonden dat matchte met dat van de Schotse rechercheur Shirley McKie. Ze was alleen nooit op die plek geweest. Bij nadere beschouwing bleek dat agenten miskleunden bij de identificatie, maar haar carrière was al kapot. Collega’s waren namelijk woedend dat ze dat gouden bewijsmiddel in twijfel durfde te trekken.
Terwijl daar dus genoeg reden voor is. Het NFI begon enkele jaren geleden, in samenwerking met de dactyloscopisten van het KLPD, het programma Wetenschappelijke Onderbouwing Vingersporen Identificatie (WOVI), waarbij sporen zijn vergeleken uit de politiedatabase met 8 miljoen vingersporen. De Puit: „We zien, uit dit empirisch onderzoek, dat er een grote bewijswaarde is toe te kennen aan het vingerspoor als identificatiemiddel.”
Galtonpunten
Bij vingerspooronderzoek kijken deskundigen (dactyloscopisten) naar zogenoemde Galtonpunten, kenmerkende punten en patronen. Komen er twaalf overeen met een vingerafdruk in het politiebestand, dan is er een identificatie met een verdachte. Zijn er tien of elf overeenkomsten, dan is er ook identificatie mogelijk – tenminste, als drie dactyloscopisten onafhankelijk van elkaar vaststellen dat het spoor en de afdruk matchen.
De Puit en zijn collega’s bij het NFI vinden het echter zonde dat minder dan tien overeenkomsten niet bruikbaar zijn als bewijs. „Wij hebben vingerafdrukken in de database geanalyseerd en uit statistische berekeningen blijkt dat we vanaf vijf Galtonpunten ook een uitspraak kunnen doen over de waarschijnlijkheid van overeenkomst. Dat betekent dat ook nog kleinere stukjes van vingersporen te gebruiken zijn.”
Nu kunnen deskundigen alleen nog zeggen dat een spoor misschien bij een verdachte hoort. Maar dankzij WOVI komt daar straks een waarschijnlijkheidsverhouding bij. „De voorlopige resultaten laten zien dat de waarschijnlijkheidsverhouding rond de duizend ligt bij vijf punten van overeenkomst. Dat wil zeggen dat het 1000 keer waarschijnlijker is dat dit spoor is terug te vinden bij de verdachte dan dat terug te vinden is bij een andere persoon uit de populatie, gegeven de vijf punten van overeenkomst. Bij zes punten van overeenkomst is dat 1 op 10.000 en bij negen punten 1 op 10.000.000.”
DNA
De manier waarop dat gerapporteerd wordt, lijkt op die van DNA-bewijs. „We noemen dat de waarschijnlijkheidsverhouding.” Alleen maakt over het algemeen een waarschijnlijkheidsratio van 1000 bij DNA-bewijs niet veel indruk bij de rechter. Een volledige DNA-match heeft een ratio die groter is dan 1 op 1 miljard. Hoe moet een rechter straks oordelen over een vingerafdruk waarvan gerapporteerd wordt dat het 1000 keer aannemelijker is om de overeenkomst aan te treffen bij de verdachte dan het terug te vinden is bij een ander in de populatie?
„Dat moet de rechter per zaak beslissen”, zegt De Puit. „Als er heel veel ander bewijs is, kan zo’n ratio best van nut zijn. Maar als er veel ontkrachtend bewijs is, zal de rechter misschien anders oordelen.”
De Puit vindt de uitspraken van de Amerikaanse hoogleraar Faigman „achterhaald en incorrect”. „Nu we op het punt aangekomen zijn dat het empirisch onderzoek kan worden toegepast op de identificatie van vingersporen, zien we ook dat vingersporenonderzoek in Nederland altijd van een redelijke kwaliteit is geweest. We zien ook dat de bewijswaarde van een identificatie aanzienlijk kan zijn.” Faigman is dan ook benieuwd naar de resultaten van het NFI.
Lees ook:Koop nu aandelen, het Plunge Protection Team is actief
Lees ook:CSI in de klei: dure jacht op Johnny B levert weinig op
Lees ook:Geen uitspraak Kouwenhoven; Taylor bijna ontsnapt
Lees ook:Publieke omroep duikt op 9-11 complotten
Lees ook:Holleeder: Peter R. de Vries noemt Endstra leugenaar